Wespspin (Argiope bruennichi)

De naam ‘wespspin’ heeft alles te maken met het uiterlijk; de spin kan niet steken en de beet is ongevaarlijk voor mensen. De wespspin richt zich vooral op springende en laagvliegende prooien zoals sprinkhanen, libellen en kevers, die tussen de grassen leven.

De wespspin hangt altijd ondersteboven in het wielweb, dat te herkennen is aan de twee extra zigzag matjes die straalsgewijs vanuit het centrum zijn aangebracht, deze worden het stabilement genoemd. De exacte functie hiervan is niet precies bekend; zo zouden de witte banden insecten aantrekken door UV licht te weerkaatsen, ook is geopperd dat door het stabilement het web zichtbaarder is voor grotere landdieren, die er minder snel doorheen lopen en het web vernielen. Het stevige web kost de spin meer moeite om te bouwen dan soorten zonder stabilement. Als een te zware prooi in het web terecht komt, bijt de spin snel de draden door zodat de prooi niet het hele web vernielt. Het web wordt vanwege de voorkeur voor sprinkhanen dicht boven de grond tussen grashalmen en stengels gespannen.